Er zijn inmiddels meer dan 600 vertalingen van het boek Le petit prince van de Franse schrijver en piloot Antoine de Saint-Exupéry. Het is zodoende op de Bijbel na het meest vertaalde boek ter wereld. Nu is er ook een Stellingwerfse vertaling verschenen van schrijfster Christine Mulder uit Wolvega met de titel De kleine preens. Het boek is uitgegeven door de Stellingwarver Schrieversronte in samenwerking met Verlag Edition Tintenfaß.
De kleine prins wekt de indruk een kinderboek te zijn; het gaat over een kleine prins die op een klein planeetje, B612, woont en een reis maakt naar andere planeten en de aarde en in de Sahara een piloot met motorpech ontmoet. Maar ook voor de volwassen lezer is er in dit boek veel moois te lezen en te leren. Een van de bekendste zinnen uit het boek is: we zien alliend zuver mit et hatte. Wat waorlik belangriek is, kuwwe mit de ogen niet zien.
Het boek is geschreven door Antoine de Saint-Exupéry in 1943. De schrijver was piloot in de Twiede Wereldoorlog en is in 1944 met zijn vliegtuig verongelukt boven de Middellandse Zee. De brokstukken van het vliegtuig zijn pas een jaar of tien geleden teruggevonden.
Het boek Le petit prince is al in veel Nederlandse streektalen overgezet. De eerste Nederlandse vertaling, van Laetitia de Beaufort-van Hamel, kwam uit in 1951. In de jaren ’90 volgde een Friese vertaling van Jacobus Q. Smink. In later jaren zijn er twee Limburgse vertalingen verschenen, een Noord-Drentse van Schrieversronte-directeur Abel Darwinkel, een Bildtse, een Groningse en een Twentse (van Herman Finkers). In 2021 heeft Erik van Muiswinkel een nieuwe Nederlandse vertaling gemaakt. Vorig jaar is er ok nog een Amsterdamse versie verschenen.
Het kleinste streektaalinstituut van Nederland, de Stellingwarver Schrieversronte, heeft nu dus gezorgd voor een Stellingwerfse vertaling.
Het Stellingwerfse boek De kleine preens is te koop bi’j de Schrieversronte, Willinge Prinsstraat 20 in Oldeberkoop 0516-451108, via de website www.stellingwarfs.nl en bi’j de boekhandel.
Hieronder een stukje uit de Stellingwerfse vertaling.
En doe was daor de vos.
“Goeie.” zee de vos.
“Goeie.” antwoordde de kleine preens, die him ommedri’jde mar niks zag, beleefd.
“Ik bin hiere”, zee de stemme, “onder de appelboom…”
“Wie bin ie?” zee de kleine preens. “Ie binnen hiel mooi.”
“Ik bin een vos.” zee de vos.
“Kom mit mi’j speulen.” stelde de kleine preens veur. “Ik bin zo verdrietig…”
“Ik kan niet mit jow speulen.” zee de vos. “Ik bin niet tam.”
“Ah! Neem me niet kwaolik.” zee de kleine preens. Mar nao even naodaenken vreug hi’j veerder: “Wat betekent ‘tam’?”