
Precies vijfhonderd jaar geleden lanceerde de theoloog Maarten Luther een aanval op de kerkelijke autoriteiten. Hij spijkerde zijn 95 stellingen op de deur van de kerk te Wittenberg. Dit feit veroorzaakte mede de val van de katholieke kerk, die door de inhaligheid en losbandigheid van het pauselijk hof aan lagerwal was geraakt.
Juist in deze erbarmelijke tijd bloeide de beeldende kunst als nooit tevoren. Met klinkende namen als die van Botticelli, Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël. Hoe valt dat met elkaar te rijmen? De gevolgen waren niet te overzien. Hoe wordt deze tijd weerspiegeld in de kunst? De bezoekers aan deze kunstvoorstelling gaan het na vijfhonderd jaar opnieuw beleven.
Bij zijn kunsthistorische lezingen behandelt Han van Hagen zowel het tijdsbestek en de stijl van de kunstwerken, alsook de persoonlijkheid en de inzet van de kunstenaars. Hij schept daarbij een zekere ambiance, die leidt tot een diepere beleving van de kunst.